Discriminatie en onderscheidingsvermogen

Alle mensen, van waar ook ter wereld, brengen schatten mee. Het ligt in de aard van mensen om schatten over het hoofd te zien. Soms, omdat ze zo dichtbij liggen, dat we ze vanzelfsprekend vinden. Soms, omdat ze verpakt zijn in iets wat we niet kennen. Dan moeten we voorbij de drempel van onzekerheid

We moeten even op het idee komen om bij elkaar de schatten te zoeken. Daar is wat ruimte voor nodig. Tijd, rust en aandacht. En moed om jezelf te laten zien. Je schatten zelf in bezit te nemen en ze rijkelijk rond te delen.

Schatten zijn vaak ontstaan onder moeilijke omstandigheden. Het vraagt een zekere grootheid an geest om daar bovenuit te stijgen, en je kracht te tonen. Dat dwingt direct respect af.

Dat is moeilijk, maar het is de enige oplossing. Het is verleidelijk om te jammeren vanuit de slachtofferrol. Maar die rol is onlosmakelijk verbonden aan de drama driehoek: de rollen van slachtoffer, dader en redder. Een onontwarbaar complex van beschuldigingen, verwijten, schuldgevoelens, schaamte, woede en verontwaardiging. Daar kom je niet uit. Ever.

De hele beweging van black lives matter heeft als boegbeeld een stel onbeschofte schreeuwlelijken en agressieve plunderaars, en hun narrative is er vooral een van shaming en blaming. Dat is jammer. Schelden schept scheiding.

De ‘black lives matter’ narrative zou zo ontworpen kunnen zijn in een laboratorium voor scheiding en destabilisatie. Het deelt mensen in twee groepen in – datgene wat ze juist willen oplossen, scherpen ze aan. En dan stelt het verhaal een partij eenzijdig verantwoordelijk voor de fouten van hun voorouders.

Als een partij verantwoordelijk is voor het kwaad van hun voorouders – waar systemisch gezien beslist iets in zit – dan geldt dat voor alle partijen. Daarmee zijn wij dus allemaal verantwoordelijk voor het kwaad dat onze voorouders hebben gedaan, namelijk andermans of eigen landgenoten als slaaf verkopen. Dat is overigens geen zwart-wit verhaal. Het is overal gebeurd. Het is op geen enkele manier goed te praten.

Zoeken naar verschillen is zoeken naar ruzie. En dat is precies waar deze hele beweging op gericht is. Ruziezoeken. Wat heb je eraan.

Als we allemaal verantwoordelijk zijn voor het kwaad van onze voorouders, zijn we ook allemaal verantwoordelijk voor alles wat onze voorouders GOED hebben gedaan. Die erkenning, de trots, het eerbetoon, of op zijn minst het respect, laat staan de dankbaarheid, die ontbreekt in deze narrative. En juist daarin kunnen wij elkaar vinden en kloven overbruggen.

Trots mag er zijn: op je cultuur, trots op je achtergrond, trots op de schatten die je bij je draagt. Daarmee kun je bruggen bouwen. Mensenmaat hanteren en de voorouders de eer geven die hen toekomt. Laat iedereen meegenieten van je rijkdom. Daarmee dwing je het respect af dat je verdient. Zo kun je op voet van gezamenlijkheid met elkaar kunt spreken, en kun je tot elkaar komen.

Samen de pijn delen, de schaamte delen, voelen hoe erg dat was. Aandacht vragen voor je pijn en laten zien van je kracht. Rouw, gezamenlijke rouw, opent de route tot verzoening. Een gezamenlijk wij. Geen kunstmatige scheiding in wij en zij, die uit is op ruziezoeken. Dat is een keuze. Verzoening komt nooit voort uit een focus op pijn. Slachtoffers blijven hangen in de dramadriehoek. Dat is heel rot voor de slachtoffers, maar zo lang iemand in die slachtoffer rol blijft, blijft de pijn duren. Slachtoffers wekken wrevel op of medelijden, maar nooit respect.

Hoe dan wel?

Ik ken genoeg ‘indigenous’ mensen – autochtone bevolking – waar ik diep respect voor heb. Zij plaatsen zichzelf niet in een hokje met een kleur. Hun verhalen gaan zelfs niet over hen zelf. Hun verhalen gaan over eerbied voor het leven. Over de aarde, onze aarde, de verbinding met de natuur. En hoe zij dat doen. Hoe dat werkt.

Indigenous, auto-chtoon beteken zelf verbonden met het land. Chtonisch: van het land.

Soevereiniteit gaat er niet om, waar we oorspronkelijk vandaan komen, hoe we eruit zien of hoe ons haar zit. Soevereiniteit, die respect afdwingt, komt regelrecht uit onze verbinding met het Land.

Het Land reageert op ons.

Onze voorouders wisten dat. Hun verbinding met alles wat leeft is intens. Zij waren verbonden met iedere omwenteling van zon en maan, de groei van de planten. Als we ons in haar ritme laten meedragen, ontstaat er een patroon van Weten, van een gunstige onderstroom. Daar word je gelukkig van. Dan heb je net die belangrijke dag mooi weer, dan gedijen je dieren en je gezin, dan groeien je planten beter, dan is er wederkerigheid met het land.

Dit is het doel van alle natuurmagie, overal ter wereld. Samenwerken met het Land zelf. Je ziet die principes nu opbloeien in de permacultuur: meewerken met de beweging van de locatie. Zo kom je zelf, met tuin en al, in een harmonisch dynamisch geheel. Dit is per definitie plaatsgebonden. Het gebeurt op de plek waar het Land jou kent.

We kunnen van deze wijzen leren wat wij zelf kunnen doen om ons echt thuis te gaan voelen waar we wonen. Bedachtzame offers brengen. Tijd nemen om de aarden. Met je blote voeten buiten lopen op het gras of op het zand. De verhalen van het land vertellen. Zingen voor het land.

Kijk bijvoorbeeld naar wijzen als de australische Munya Andrews, over de Dreamtime, over Reconciliation. Har narratief is uitermate de moeite waard. De hele wereld weet hoe verschrikkelijk de aboriginal bevolking heeft geleden, het onrecht dat hen is aangedaan. Dat is niet goed te praten.

Toch hoor je deze mensen niet over zichzelf, hoe belangrijk zij zelf zijn of hoe zielig ze zijn. Zij hebben het over de aarde, die doet ertoe. De medemens, die doet ertoe. Daar kunnen we veel van leren.

Dat respect heb ik niet voor de schofterige, schreeuwende black lives matter proponenten. Zijn tonen zich slaven van een politieke agenda van verdeel en heers, die alle liefde tussen mensen kapot wil maken, landen destabiliseren en samenleving ontwrichten. Het oude recept van alle tirannen die meer macht willen: destabiliseer de boel en grijp wat je kunt.

En wij trappen er met open ogen in.

Dat is niet goed. We moeten wijzer zijn dan dat.

Is discriminatie dan niet erg? Ja, het is onrecht. We kunnen erover praten met mensen die het overkomt. Dat is belangrijk. We kunnen luisteren, hoe het voor hen is. Zij kunnen luisteren hoe het voor ons is. En we kunnen het aanpakken overal waar we het zien gebeuren.

In het klein, in de daad. Niet als ‘isme’.

We kunnen er bewustzijn voor ontwikkelen. Dat is een heel praktische kwestie van mens tot mens, waar geen ruimte is voor een visie die ons reduceert tot een kleur.

Boven alles kunnen we weigeren ons te laten ringeloren door schreeuwende schoften die ruiten ingooien, mensen op straat molesteren, de politie aanvallen en op de dam staan schreeuwen dat ze de gezichten van zwarte pieten in gaan slaan en dat de witten nu bij hen moeten komen schoonmaken. Dat is pas discriminatie, en het is gewelddadig en crimineel, en op geen enkele manier te rechtvaardigen, ook niet als je grootouders ernstig onrecht is aangedaan en je moeder heeft geleden.

Wij hebben onderscheidingsvermogen nodig. Aarde gaat JUIST over onderscheidingsvermogen. Je kunt grote groepen mensen niet over een kam scheren. Kijk, DAT is nou discriminatie.

(Het woord discriminatie betekent nota bene onderscheidingsvermogen. Newspeak, noemde Orwell dat, als een woord opeens het tegengestelde beteken. Dat alleen spreekt al boekdelen. Als je het boek iet gelezen hebt, 1984, lees het dan).